Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de vennootschapsbelasting 1969

 

Artikel 14a
1
Indien vermogen van een belastingplichtige onder algemene titel in het kader van een splitsing overgaat (de splitsende rechtspersoon), wordt:
a
indien de splitsende rechtspersoon ophoudt te bestaan: de splitsende rechtspersoon geacht zijn vermogensbestanddelen ten tijde van de splitsing te hebben overgedragen aan de rechtspersonen waarop deze vermogensbestanddelen onder algemene titel overgaan (verkrijgende rechtspersonen) en ten tijde van de splitsing te zijn opgehouden uit zijn onderneming in Nederland belastbare winst te genieten;
b
indien de splitsende rechtspersoon blijft bestaan: de splitsende rechtspersoon geacht de vermogensbestanddelen die in het kader van de splitsing overgaan, ten tijde van de splitsing te hebben overgedragen aan de rechtspersoon of rechtspersonen waarop deze vermogensbestanddelen onder algemene titel overgaan (verkrijgende rechtspersoon respectievelijk verkrijgende rechtspersonen).
2
De winst behaald als gevolg van het eerste lid behoeft niet in aanmerking te worden genomen, mits voor het bepalen van de winst bij de splitsende rechtspersoon en de verkrijgende rechtspersonen dezelfde bepalingen van toepassing zijn, noch bij de splitsende rechtspersoon indien deze ophoudt te bestaan noch bij de verkrijgende rechtspersoon aanspraak bestaat op voorwaartse verrekening van verliezen op de voet van artikel 20, op vermindering ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van buitenlandse resultaten, op toepassing van de octrooibox of op toepassing van de deelnemingsverrekening en latere heffing is verzekerd. Indien de winst buiten aanmerking blijft, treedt de verkrijgende rechtspersoon met betrekking tot al hetgeen in het kader van de splitsing is verkregen in de plaats van de splitsende rechtspersoon.
3
Ingeval niet is voldaan aan de in het tweede lid, eerste volzin, bedoelde vereisten, kan onze Minister, op een gezamenlijk voor de splitsing gedaan verzoek van de splitsende rechtspersoon en de verkrijgende rechtspersonen, onder door hem te stellen voorwaarden de inspecteur belast met de aanslagregeling van de splitsende rechtspersoon toestaan de winst behaald als gevolg van het eerste lid geheel of ten dele buiten aanmerking te laten. Daarbij treedt de verkrijgende rechtspersoon met betrekking tot al hetgeen in het kader van de splitsing is verkregen, voorzover daaraan geen voorwaarden zijn gesteld, in de plaats van de splitsende rechtspersoon. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking waarin de in de eerste volzin bedoelde voorwaarden zijn opgenomen.
4
Indien de winst niet in aanmerking wordt genomen en de verkrijgende rechtspersoon aandelen uitreikt aan de splitsende rechtspersoon wordt, indien de uitgereikte aandelen een deelneming vormen, het voor die aandelen opgeofferde bedrag gesteld op de fiscale boekwaarde van het vermogen dat in het kader van de splitsing overgaat verminderd met de daarin begrepen reserves als bedoeld in de artikelen 3.53 en 3.54 van de Wet inkomstenbelasting 2001.
5
De in het derde lid bedoelde voorwaarden mogen slechts strekken ter verzekering van de heffing en de invordering van belasting welke verschuldigd zou zijn of zou worden indien de eerste volzin van het derde lid buiten toepassing zou blijven. Voorts kunnen voorwaarden worden gesteld die betrekking hebben op het bepalen van de in een jaar genoten winst van de verkrijgende rechtspersoon, de toelaatbare reserves, de verrekening van verliezen, de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting ter zake van buitenlandse resultaten, de toepassing van de octrooibox of de toepassing van de deelnemingsverrekening en kunnen voorwaarden worden gesteld indien de waarde in het economisch verkeer van de vermogensbestanddelen die onder algemene titel overgaan op het tijdstip van de overgang lager is dan de boekwaarde van deze vermogensbestanddelen.
6
Het tweede lid, respectievelijk het derde lid, eerste volzin, is niet van toepassing indien de splitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. De splitsing wordt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing indien de splitsing niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende- en de verkrijgende rechtspersonen. Indien aandelen in de gesplitste rechtspersoon, dan wel in een verkrijgende rechtspersoon binnen drie jaar na de splitsing geheel of ten dele, direct of indirect worden vervreemd aan een lichaam dat niet met de gesplitste rechtspersoon en met de verkrijgende rechtspersonen is verbonden, worden zakelijke overwegingen niet aanwezig geacht, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt.
7
De verkrijgende rechtspersoon wordt ten tijde van de splitsing als een met de belastingplichtige verbonden lichaam aangemerkt.
8
De splitsende rechtspersoon die zekerheid wil hebben omtrent de vraag of de splitsing niet wordt geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing kan voor de splitsing een verzoek indienen bij de inspecteur, die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.
9
De gesplitste rechtspersoon of de verkrijgende rechtspersoon die voorafgaande aan een voorgenomen vervreemding van aandelen als bedoeld in het zesde lid, laatste volzin, zekerheid wil hebben omtrent de vraag of, niettegenstaande de vervreemding, aannemelijk is dat de splitsing niet in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing, kan een verzoek indienen bij de inspecteur, die daarop bij voor bezwaar vatbare beschikking beslist.
10
Voor de toepassing van dit artikel worden met aandelen gelijk gesteld winstbewijzen, bewijzen van deelgerechtigdheid en lidmaatschapsrechten.
11
Het tweede tot en met het tiende lid vinden slechts toepassing indien de splitsende en de verkrijgende rechtspersonen in Nederland zijn gevestigd, of in de zin van artikel 3.55, vijfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AD5865, Eerste aanleg - meervoudig, 00/740
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    22-05-2001
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Bedrijfsfusie (artikel 14 Vpb). De waarde van de goodwill is bij belanghebbende in 1995 niet geactiveerd en mocht ook niet worden geactiveerd. Afschrijving op de goodwill is dan ook niet mogelijk. Hieraan doet niet af dat het vervreemdingsverbod in 1996 is overtreden.
  • LJN AB0587, Eerste aanleg - meervoudig, 98/5401
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    07-02-2001
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Belanghebbende, een levensverzekeringsmaatschappij, wil haar voorziening voor verzekeringsverplichtingen naar zwaardere grondslagen herrekenen. Zij houdt de zogeheten unit-linked verzekeringsproducten buiten deze herrekening. Het Hof is van oordeel dat het Niederstwertprinzip van het Convenant voorschrijft...
  • LJN AE0073, Eerste aanleg - meervoudig, 99/2404
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    12-02-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Inbreng van onderneming in nieuw opgerichte werkmaatschappij. In procedure over de heffing voor het jaar 1991 is door het Hof beslist dat de winst in 1992 is belast. De inspecteur legt naar aanleiding van deze uitspraak een navorderingsaanslag op voor het jaar 1992. Inspecteur bevoegd tot het opleggen van de aanslag...
  • LJN AU6035, Cassatie, 39617
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    03-02-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Overgangsrecht nieuwe aanmerkelijkbelangregime. Regulier aanmerkelijkbelangvoordeel. Dividenduitkering. Schijnhandeling. Fraus legis.
  • LJN AA1308, Eerste aanleg - meervoudig, 96/1728
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    31-08-1998
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Gerechtshof Arnhem belastingkamer nummer 96/1728 U i t s p r a a k Het gerechtshof te Arnhem, eerste meervoudige belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de besloten vennootschap *X B.V., gevestigd te *Z, ingekomen op 27 november 1996 en gericht tegen de haar door de inspecteur van de Belastingdienst/Registratie...
  • LJN AD5801, Cassatie, 36954
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    12-07-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r Nr. 36.954 12 juli 2002 EC Arrest gewezen op het beroep in cassatie van X N.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 7 februari 2001, nr. P98/5401, betreffende na te melden aanslag in de vennootschapsbelasting. 1. Aanslag, bezwaar...
  • LJN AF9690, Eerste aanleg - meervoudig, BK-02-00764.wit.doc
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    29-04-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE eerste meervoudige belastingkamer 29 april 2003 nummer BK-02/00764 UITSPRAAK op het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid Ondernemingen P (thans: de voorzitter van het managementteam van de regio ...
  • LJN AO3339, Cassatie, 39664
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    14-05-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Artikelen 4.41, lid 1 en 3.55, lid 2 Wet IB 2001. Fusiefaciliteit, stemrechten, vervreemding aandelen onmiddellijk na ruil.
  • LJN AR5753, Eerste aanleg - meervoudig, 02/04913
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    12-10-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Het (mede) door belanghebbende ondernomen project met betrekking tot een bepaalde methode van energieopwekking is als een onderneming aan te merken. Op belanghebbendes evenredige aandeel in deze onderneming kan artikel 14 Wet Vpb 1969 in beginsel van toepassing zijn. Belanghebbende maakt evenwel niet...
  • LJN BI4418, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 07/638
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    28-04-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    College van Beroep voor het bedrijfsleven
    Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen
  • LJN AE8921, Eerste aanleg - meervoudig, 99/01966
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    14-05-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Gerechtshof Arnhem tweede meervoudige belastingkamer nummer 99/01966 U i t s p r a a k op het beroep van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Inspecteur van de Belastingdienst/Ondernemingen [P] (hierna: de Inspecteur) op het bezwaarschrift van belanghebbende betreffende na...
  • LJN AS6941, Eerste aanleg - meervoudig, 04/00764
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    20-12-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Geen geruisloze inbreng in B.V. van voormalige onroerend-goed-onderneming. Alle panden waren t.t.v. de geplande inbreng verkocht. Op de balans stond slechts een vervangingsreserve (passiefkant) en een vordering op de dga als sluitpost (actiefkant). Hof: de onderneming was in 2000 al geliquideerd.
  • LJN AE0074, Eerste aanleg - meervoudig, 99/2405
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    12-02-2002
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    Inbreng van onderneming in nieuw opgerichte werkmaatschappij. In procedure over de heffing voor het jaar 1991 is door het Hof beslist dat de winst in 1992 is belast. De inspecteur legt naar aanleiding van deze uitspraak een navorderingsaanslag op voor het jaar 1992. Inspecteur bevoegd tot het opleggen van de aanslag...
  • LJN AC2678, Eerste aanleg - meervoudig, 00/498
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    26-06-2001
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Amsterdam
    In geschil is de vraag of belanghebbende, een in het Verenigd Koninkrijk gevestigd lichaam, aanspraak kan maken op de bedrijfsfusievrijstelling als voorzien in artikel 14 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, tekst 1998 (hierna: de Wet), in verband met de inbreng van het vermogen van haar vaste...
  • LJN AF1906, Cassatie, 37553
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    09-05-2003
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Nr. 37.553 9 mei 2003 EC gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, opgericht naar het recht van het Verenigd Koninkrijk, X Limited, gevestigd te Z (V.K.), tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 juni 2001, nr. P00/498, betreffende na te melden beschikking...
  • LJN AA2858, Cassatie, 34235
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    15-09-1999
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 25 februari 1998 betreffende na te melden aanslag in de vennootschapsbelasting. 1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende...
  •